Voor sommigen is het verlichting, voor anderen is het kouder, sterieler, helemaal niet comfortabel. Hoe dan ook, iemand heeft het toch uitgevonden: neonlicht! Auteur: Hellmuth Nordwig Als je toevallig hebt gemist toen William Ramsey het edelgas-neon ontdekte, kun je het opzoeken in het werk “History of Chemistry”. Uitgegeven door VEB Deutscher Verlag der Wissenschaften, laat het er geen twijfel over bestaan: het was in 1897, in het midden van het tijdperk van het “monopoliekapitalisme”. Met andere woorden: in de tijd dat wetenschappers niet meer alleen onderzoek deden, maar meteen kapitaliseerden op wat ze ontdekten. Siemens, Diesel en Edison waren daar goede voorbeelden van, zoals de DDR-auteurs weten.

Maar deze heren zijn slechts het topje van de dikke ijsberg van het monopoliekapitalisme. Georges Claude noemt hem bijvoorbeeld niet eens in het VEB-boek. Diegene met onderzoek naar neon is enorm rijk geworden. Maar dat betekende niet dat hij een lichtend voorbeeld was in Berlijn, DDR – en zijn briljante product was daar ook nauwelijks te vinden.

Wie heeft het uitgevonden?

Georges Claude is misschien niet afgestudeerd van de middelbare school, maar zijn zakelijk inzicht laat hem nooit in de steek. Bijvoorbeeld toen hij hoorde over een uitvinding uit Duitsland. Daar patenteerde een zekere Carl von Linde – ook een monopoliekapitalist – een proces waarmee hij de gassen uit de lucht vloeibaar maakte. Georges Claude slaagt erin de Linde-techniek een beetje aan te passen. Dus ook hij kan geld verdienen met de vloeibare luchtgassen. Om dit te doen, richtte hij het bedrijf “Air Liquide” op. Het bestaat nog steeds – een wereldwijd bedrijf en een van de toonaangevende bedrijven in Frankrijk.

Nu bevat de lucht niet alleen stikstof en zuurstof, maar ook sporen van andere gassen. Inclusief neon. Georges Claude slaagt erin om zelfs deze 0,0018 procent van de lucht te gelde te maken. Hij sluit neon op in een vacuĆ¼mbuis en zet een elektrische spanning op. Het edelgas begint intens oranje te gloeien. In combinatie met kwiklampen geeft het een wit en zeer energiezuinig licht, meldt de Fransman in de hem op 19 januari 1915 verleende aanvraag voor een Amerikaans octrooi. Het hele kleurenpalet wordt later toegevoegd.

Het wordt kleurrijk!

De uitvinding van Georges Claude geeft het kapitalisme zijn meest in het oog springende uitdrukking: neonreclame. Zijn bedrijf levert de eerste buizen aan een autodealer in Los Angeles. Tweemaal “Packard” als gloeiende letters voor 1250 dollar per stuk, destijds een afschuwelijk bedrag. De steden baden snel in gekleurd licht. Onophoudelijk knipperen belooft alles wat je hart en broek verlangen. Art ontdekt ook de felgekleurde glazen buizen. Las Vegas wordt het centrum van de neonlichtcultuur. Tegenwoordig is er een begraafplaats voor de meest gedurfde lichtsculpturen. Want zelfs neonbuizen schijnen niet eeuwig. Ondanks zijn wereldschokkende uitvinding wordt George Claude niet eens aanbeden in zijn thuisland. Want de ondernemer wordt later een fervent fascist. Hij aanbidt Mussolini en Franco en steunt de bezetting van zijn land door de troepen van Hitler. Hij zit vier jaar vast wegens hoogverraad. Mentaal verward en bijna doof, krijgt hij gratie. Het is niet langer een lichtend voorbeeld. Zeker niet in Frankrijk.

Amerikaans patent op neonbuizen